Niet
alleen werd mijn vader monnik en had ik 5 zussen in het klooster, ook bij mijn
broers is het nodige onderzoek naar "priester-roeping" gedaan en ik
zelf ben naar een Jezuïten-gymnasium gestuurd, omdat het zo goed aansloot
aan het groot-seminarium (= priester-school).
Mijn moeder gaf mij in het laatste jaar van haar leven nog haar zilveren rozenkrans
in de (ijdele) hoop , dat ik dan nog een beetje katholiek zou blijven.
Mijn kinderen hebben nog een eerste H.Communie gedaan, al was dat dan op hetzelfde
niveau als hun installatie tot kabouter bij de padvindsters. Ook de katholieke
traditie van het "vasten-trommeltje" heb ik nog aan hen doorgegeven.
Tijdens één van de vasten-periodes heeft mijn vader het gepresteerd
om het eten af te wegen teneinde na te gaan, of het tot een "volle maaltijd"
gerekend moest worden.
De vriendin van mijn broer Tonny en die van mijn broer Leo mochten pas bij ons
over huis komen, nadat ze formeel waren omgeturnd tot het katholieke geloof.
Mijn broer Leo heeft de gang van zaken bij "echtscheiding op z'n Rooms"
nooit goed kunnen verwerken.
Mijn vader bouwde voor ons eerst een speelgoed-altaar en pas daarna een poppenkast.
Ik had een Heeroom en vier klooster-tantes. Een oud-oom, monseigneur Klönne,
had veel zeggenschap in mijn vader's familie.
Ik heb een nicht, Els Lucassen, die bij haar klooster-professie een doornen
kroon droeg, en een neef, Jan Bots, die het gedachtengoed van onze meest Roomsche
bisschop Gijzen propageerde.
Als broeder Paschalis niet de centen uit de zak van mijn vader had gepraat voor
het stichten van het Gemma-klooster, zouden we meer dan de erfsom ad Hfl. 9.961,67
p.p. hebben gekregen.
Onze kerstkribbe had een muziekdoosje, dat Stille Nacht kon spelen, en de kribbe
was even groot als die in de kerk.
Bij het dagelijks "rozenhoedje" hielden we snelheidswedstrijden in
het weesgegroetjes bidden.
We moesten op onze knieën het nieuwe jaar in blijven bidden, als het Nieuwjaars-vuurwerk
al tijden lang aan het knallen was.
Kortom, we zijn Roomsch groot gebracht.
|
|
In
het "jubeljaar"1929 moesten Frans en Agnes de bedevaart-reis
naar Rome afzeggen wegens de komst van hun jongste dochter Lous, maar
in 1930 zijn ze alsnog naar Rome gegaan, naar Paus Pius XI en hebben
met bidden en kerkbezoek aldaar deze volle aflaat voor henzelf en hun
kinderen verdiend en ingelijst aan de muur gehangen. Ze geloofden, dat
zij en hun kinderen hierdoor in het stervensuur kwijtschelding van al
hun zonden zouden krijgen en dus niet naar de hel zouden gaan. |
Het rijke Roomsche leven
Boy Lucassen over het Roomsche
leven...
|
Kindsheid-processie
in 1929. Van links naar rechts: Vincent als missionaris (we zongen dan:"Daar
komt een blanke missionaris, wat zal hij lekker zijn als hij 'ns gaar
is"), Maria als de Heilige Agnes met palmtak, Paul als Mandarijn,
Nettie als bruidje en Annie als Engelbewaarder, ook met palmtak.
|
|
Van links
naar rechts: Lars van Paul, Frans van Nettie, Frank van Boy, Olaf van
Lous en Rob van Hans als misdienaars ter gelegenheid van het 25-jarig
kloosterfeest van Annie (Marianne) geheel rechts staand in kloosterkleding.
Juni l968.
Per ongeluk stond de geluids-installatie in de sacristie nog aangesloten.
Daardoor hoorde je vlak voor de plechtigheid door de kerk heen schallen:”Moeten
de patertjes misschien nog even plassen voor het aandoen van de “jurken”!
|
een Koudekant
Productie i.s.m. OOP Unlimited