Hans
Levensloop van Hans Lucassen, geboren 7-9-1925
Wanneer de kleinkinderen en achterkleinkinderen van Hans de vijftig gepasseerd zijn, zullen ook zij willen weten, wie Hans was. Met medeweten van Hans hebben zijn jongere broer en een zus daarom het volgende voor het nageslacht vastgelegd:
Hans
werd gemaakt en geboren in een periode, dat het gezin nog al chaotisch was:
Zijn vader werkte bij een bedrijf vol fusie-perikelen en met mede-directeuren,
die hem nog al ongeletterd vonden. Zijn moeder had al elf bevallingen achter
de rug waarvan de laatste een wel zeer levenslustige tweeling en zij had maar
weinig huishoudelijke hulp. Als baby was Hans zo vaak ziek, dat er een kinderjuffroiuw
in huis werd gehaald. Doordat Hans als kind vaak ziek was en een gevoelige aard
had, wist hij goed de sympathie van velen te winnen. Hij was het lievelingetje
van de kinderjuffrouw en zijn vriend van de lagere school, Philip Otto, is hem
nu op zijn 78e jaar nog steeds trouw. Hans zat bij Miel Aelbers (de man van
Lous Lucassen) in de klas en weet nu nog zijn bijnaam n.l. pepie.
Hans moest bij de misdienaars en speelde met zijn broer Boy met het altaartje
"met draai-tabernakel", dat door zijn vader gemaakt was.
Hoewel Han niet het type voor een kostschool was, werd hij toch evenals zijn
broers Paul en Gerard naar pensionaat St.Louis in Amersfoort gestuurd, maar
door oorlogs-omstandigheden werd deze kostschool bezet en ging Hans vervolgens
naar de handelschool in Amsterdam. Daardoor kon hij weer thuis in Bussum wonen.
Daar kon hij duiven houden kanoën e.d.
Na de tweede wereldoorlog moest hij in militaire dienst en werd hij naar Indonesië
gezonden met de 7-december-divisie, ver van zijn jeugdliefde Trees. Zij werd
hem ontrouw en raakte in verwachting van een ander. Na drie en een half jaar
militaire dienst had hij diverse banen in Nederland in een tijd, dat er moeilijk
banen te vinden waren.
Hij woonde op kamers bij de familie Brouwer, die hij oom Gerard en tante Bep
ging noemen, zo goed was die verstandhouding.
Zijn latere vrouw Ria Brouwer was familie van deze Brouwers en met haar werd
een ontmoeting geënsceneerd, die tot een huwelijk leidde.
Toen hij vanwege zijn baan bij Stokvis, Breda, van Naarden moest verhuizen naar
Prinsenbeek, was hij zo handig om daar zijn bungalow zelf te bouwen met hulp
van bevriende bouwvakkers en zijn architecten-vriend Philip otto.
Van zijn moeder, de piano-lerares, had Hans muzikaliteit geërfd. Weliswaar
hoorde hij niet meer tot de oudere kinderen, die muziekles kregen van meneer
Honoré Schnebbelie, maar geheel uit zichzelf ging hij op een gitaar spelen
en later kon hij spelenderwijs orgel spelen. Met veel plezier zong hij mee op
een zangkoor, waar althans zijn stem gewaardeerd werd.
Al op zijn 14e jaar kon hij aardig zeilen en later had hij een eigen zeilboot,
waarmee hij zelfs naar België voer. Zeilles hadden ze hem nooit gegeven
maar hij kende alle zeiltermen e.d.
Ook tennissen was voor hem een grote hobby en hij deed altijd enthousiast mee
met de excursies van de tennisclub. Voorts is hij lid van een computerclub,
zodat zijn jongere broer ook op dat gebied het nodige profijt van hem heeft.
Bovendien was hij zo sociaal om regelmatig bloeddonor te zijn en kreeg hij zelfs
daar een speldje voor,
Samen met zijn vrouw Ria bezocht hij ook dementerende patiënten.
Hoe hij als vader was zouden zijn kinderen eens moeten vertellen maar zeker
zullen zij van hem een ander beeld hebben dan Hans van zijn vader had n.l. angstwekkend
dominant.
een Koudekant Productie i.s.m. OOP Unlimited